Oliehoudende planten:

Planten vormen olie om verschillende redenen en het wordt op verschillende plaatsen in de plant opgeslagen:
soms zit er in oliën afweerstoffen, soms gebruikt de plant de olie voor verkoeling, de olie in zaden en vruchten is het reservevoedsel voor de kiemplant.

Bij geurende olie ligt de opslag vaak net onder de waslaag van het blad. Het nut hiervan is dat, nog voordat het blad zelf is beschadigd, de olie (met de geur) al vrijkomt als de waslaag wordt aangeraakt; de afweer werkt dan dus heel snel. Ook wordt olie wel opgeslagen in kliercellen en klierharen van de plant, waar het ook gemaakt wordt.

Bij de gewassen die wij telen (teunisbloem en koolzaad) gaat het ons om de olie die in de zaden zit.

Sommige soorten, zoals olijfolie, kunnen direct door de mens geconsumeerd worden, terwijl andere, zoals onze koolzaadolie en teunisbloemolie, eerst bewerkt moeten worden. Niet alle plantaardige olie wordt voor consumptie gebruikt: veel plantaardige oliën hebben een medicinale toepassing en van lijnolie (zaad van vlas) wordt linoleum en olieverf gemaakt, ook worden verschillende  oliesoorten als brandstof gebruikt. Sommige plantaardige oliën zijn vast bij kamertemperatuur en zijn daarom eigenlijk een plantaardig vet.

Misschien vraagt U zich af wat dan slaolie is, komt dat van sla?
Nee, slaolie is een algemene benaming voor een olie die in de keuken gebruikt wordt. Het is vaak een mengsel van verschillende plantaardige oliesoorten.

Oliehoudende zaden:

Zaden van gewassen die voor de winning van plantaardige oliën of vetten verbouwd worden.
De olie wordt uit het zaad gewonnen door druk uit te oefenen (mechanisch persen), door het zaad te verwarmen en/of door extractie. Het product dat overblijft na de onttrekking van de olie, wordt normaal gesproken als veevoer gebruikt en wordt veekoek genoemd.

De lijst met oliehoudende zaden is eindeloos lang: soja, canola/koolzaad, kokosnoot, maïs, katoenzaad, teunisbloem, zonnebloem, druivenpitten, sesam, saffloer, etc.
Ook ‘noten’ horen tot deze categorie; denk aan walnootolie, hazelnootolie, amandelolie, pindaolie.

Op de Vossenburg telen we voor de olie Teunisbloem en Koolzaad

Koolzaad (Brassica napus):

In Het Buijtenland van Rhoon werd al koolzaad geteeld maar ook wij hebben er voor gekozen koolzaad te gaan telen. We zijn daarom lid geworden van Colzaco (coöperatieve koolzaadvereniging). Deze vereniging heeft als missie om een zo goed mogelijk rendement uit koolzaadteelt te halen door de teelt, verwerking en afzet te coördineren.

Door het toenemende gebruik van fossiele brandstof (aardolie, aardgas, kolen) verloor koolzaad bij veel telers interesse. Dat er tegenwoordig weer een markt is voor koolzaad, wordt voor een groot deel veroorzaakt door de mogelijkheid om koolzaad te gebruiken voor biobrandstof en het gebruik van koolzaadolie in de keuken. Ook de bijdrage van koolzaad aan duurzame landbouw maakt het een ‘interessant’ gewas, zeker voor Het Buijtenland van Rhoon. Koolzaad is vroegbloeiend (april) en is dus erg goed voor bijen(houders), ook de verbetering van de bodem door de diepe beworteling en het feit dat winterkoolzaad de grond bedekt in de winter en zo beschutting geeft aan dieren en de invloed van ‘het weer’ op de bodem tegenhoudt, geven koolzaad het duurzame karakter (zie ook onder ‘natuur’ op deze website).

De koolzaad wordt in de herfst gezaaid. Voor de winter moet er voldoende groei zijn om de winter zonder schade te doorstaan. De koolzaad ontwikkelt zich meestal snel na de kieming in de herfst, daarna volgt dan een langzame groei of stilstand in de winter. Winterkoolzaad begint, hopen we, verder te groeien in het voorjaar en bloeit eind april, begin mei; koolzaad heeft mooie gele bloemen. Winterkoolzaad bloeit alleen als het een periode van kou heeft gehad (vernalisatie). Deze bloei zo vroeg in het jaar, met verder in ‘onze’ polders nog weinig bloeiende gewassen, levert dus vroeg stuifmeel {dus voedsel} voor bijen op. De oogst vindt plaats in juli.

stand koolzaad op 17 november 2020

stand koolzaad op 21 april 2021

Na mooie bloemen die de bijen heerlijk vonden (gaf heerlijke honing) was de koolzaad klaar om te dorsen. Dit is weer anders dan graan dorsen dus heeft Dick Klok Cultuurtechniek dit voor ons gedaan. We telen het koolzaad voor het zaad maar gaan een deel van het koolzaadstro persen om als bodembedekker in de paardenstallen te gebruiken.

De combine wordt geleegd in kiepwagens, vanuit de kieper direct in de vrachtwagen naar de fabriek.

De producten:

Eén hectare (winter)koolzaad levert ruim 1600 liter olie, als we uitgaan van een koolzaadopbrengst van 4500 kg. De olie is na filtering te gebruiken als spijsolie (om te bakken en te braden) en om biobrandstof van te maken. Naast olie levert dezelfde hoeveelheid koolzaad ook nog zo’n 3000 kg koolzaadkoek.

KOOLZAADOLIE
Koolzaadolie is goed voor menselijke consumptie te gebruiken. Het bevat Omega 3 (linoleenzuur) en Omega 6 vetzuren, die gezond zijn doordat ze vallen onder de zogenaamde meervoudig onverzadigde vetzuren. In Europa wordt de olie voor het grootste deel gebruikt als grondstof voor margarine. Verder wordt het gebruikt als bakolie en als spijsolie.
De koolzaadolie die wordt gemaakt van de in Nederland geteelde koolzaad wordt alleen in Nederland verkocht en levert daardoor een bijdrage aan duurzaamheid (lage CO2-footprint).

Eigenschappen:

– Veelzijdige olie die in geen enkele keuken zou mogen ontbreken.
– Laag percentage verzadigde vetzuren
– Rijk aan enkelvoudige onverzadigde vetzuren
– Gunstige verhouding tussen Omega-6 en Omega-3 vetzuren (onverzadigde vetzuren)
– Rijk aan Vitamine E
– GMO – vrij

KOEK
Na het persen van de olie uit het koolzaad blijft de zogenaamde koolzaadkoek over, de vaste massa van de zaden. De veevoerindustrie gebruikt deze koek als grondstof. Het product is eiwitrijk, met relatief veel onbestendig eiwit.
Om het restproduct van de koolzaad-olie-winning, de ‘koolzaadkoek’, toch te gebruiken is de veevoersector een oplossing, maar de komst van de biogasinstallaties geeft misschien ook wel mogelijkheden. Hoe de energie uit koolzaadkoek het beste benut kan worden en of de afzet een hogere meerwaarde aan het product geeft zal nog verder onderzocht moeten worden. Wij leveren als teler het zaad en laten de verwerking en afzet aan anderen over, maar blijven die ontwikkeling natuurlijk wel volgen.

STRO
Het stro van koolzaad kan goed benut worden als bodembedekker in stallen.
Het stro wordt gehakseld en in balen geperst (net als bij de Miscanthus)  en dan gebruikt als strooisel in onze paardenstallen. Koolzaadstro neemt snel en veel ammoniak en vocht op, hoewel uit ervaring blijkt niet zo veel als Miscanthus-stro. Een bijkomend voordeel is dat door de olie in het stro de paardenhoeven mooi gaan glimmen, een nadeel (voor ons en niet voor de paard eigenaar) van de olie is de gladheid op de hooi/stro-zolder

KOOLZAADHONING
Het koolzaad, met haar mooie gele bloemen, bloeit al in april en is dus heel aantrekkelijk voor bijen omdat er verder eigenlijk nog niks bloeiends te vinden is. In de bloemen zit veel nectar en stuifmeel waar de bijen graag gebruik van maken. Een  imker, Gerrit Klein van  Imkerij Klein, zet bijenkasten in ons koolzaad. Door de bijenkasten te plaatsen nadat de eerste bloemen opengaan, raken de insecten gewend aan het koolzaad waardoor ze de rest van het seizoen de koolzaad blijven bezoeken. Gerrit haalt dan ook heerlijke koolzaadhoning uit Het Buijtenland van Rhoon.

De bijen zijn druk!

Honing uit Het Buijtenland van Rhoon

Op 29 augustus 2022 hebben we 3 percelen koolzaad gezaaid…………helaas is er van al die percelen niks opgekomen en zullen we dit jaar (2023) onze vroege gele bloemenzee moeten missen.

Teunisbloem (Oenothera biennis):

De Teunisbloem wordt ook wel Middelste teunisbloem, Gewone teunisbloem, Nachtbloem, Nachtkeers, Schone-bij-Nachte en Gele wederik genoemd.
In het Engels heet de plant oa Evening primrose, Evening star en Sundrop.

Van de Bilt zaden en vlas bv contracteert de teelt van teunisbloemen in Nederland.
Sinds enkele jaren zet Van de Bilt zaden en vlas bv zich samen met haar afnemer in voor de hoogwaardige teelt van Teunisbloem in Nederland.

De teunisbloem heeft gele bloemen met vier kroonbladen. Er bestaan ook soorten met witte, roze of rode bloemen maar wij hebben de gele gezaaid (Evening Primrose).

De bloei is van+/- juni tot augustus. De zaden van de meeste soorten rijpen van augustus tot oktober.

Onze Evening Primrose, zoals de meeste,  is een nachtbloeier en de bloemen gaan pas ’s avonds in de schemering open. De knoppen ontvouwen zich in enkele minuten tot bloemen, echt een heel bijzonder gezicht; de bloemen zijn groot (+/- 5 cm) met 4 gele bladeren. De volgende dag verwelken ze, maar ’s avonds gaan weer nieuwe bloemen open, zo wekenlang. Ze ruiken zoet en worden door nachtactieve insecten bestoven.

Na de bloei worden vruchten met zaadjes gevormd.                    Bij persen geven deze zaadjes een goudgele olie.

WORTELS, BLOEMEN, BLADEREN EN ZADEN VAN TEUNISBLOEM ZIJN EETBAAR
In Frankrijk wordt de wortel van de teunisbloem als een delicatesse gezien. Het heeft zelfs een naam, Jambon Vegetal, of te wel plantaardige ham. De wortels smaken namelijk naar ham en zijn ook nog eens lichtroze tot rood van kleur. Voor mensen die wel graag vegetarisch zouden willen eten, maar de smaak van vlees echt lekker vinden is de wortel van de teunisbloem dus een heel goed alternatief.

TEUNISBLOEM IN DE NATUURGENEESKUNDE
Ook voor de farmaceutische industrie is de teunisbloem erg belangrijk. De olie uit de zaden van de plant is rijk aan belangrijke vetzuren met een gehalte aan gamma-linoleenzuur tot wel 14 procent. Wetenschappelijk bewezen of niet ze zeggen dat de olie goed is voor verschillende aandoeningen zoals bijvoorbeeld ontstekingen in het lichaam, hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, astma, allergiën, etc.

Op de Vossenburg telen we de teunisbloem voor de olie. Je moet een keus maken want als je bloemen of wortel oogst heb je dus geen zaad en dus geen olie.

In voorjaar 2020 hebben we voor het eerst de Teunisbloem gezaaid, er kwam maar erg weinig boven. Geen zorgen want de kieming en begingroei verloopt traag zei men ons, helaas hebben we het toch op moeten geven omdat de opkomst echt minimaal was.

Nadat we bij een collega-teler gekeken en gepraat hadden die in de nazomer gezaaid had hebben we besloten dat ook te proberen. Op 22 september 2020 hebben we weert gezaaid en nu zijn er wel genoeg opgekomen.

Het is afwachten hoe ze de winter door gaan komen.

4 oktober

17 november

2021 had een koud voorjaar oftewel….de herfstzaai is ook weer niet gelukt en eind maart hebben we een 3e poging gedaan (op een ander perceel).

Gelukkig groeide de Teunisbloem nu goed en ontwikkelde zich tot een prachtig gewas dat de polder geel kleurt als bijna alle kleur uit de polder is verdwenen.

9 mei

27 mei

6 juni

26 juli

20 augustus

Oogst:

De oogst van Teunisbloem is verdeeld in 3 fasen: maaien-drogen-dorsen

Het hoge vochtgehalte van het gewas, tijdens de afrijping van half september tot eind oktober bemoeilijkt de oogst. De plant blijft lang (tot aan de oogst) doorbloeien. Het zaad is voldoende afgerijpt wanneer de onderste zaaddozen gedeeltelijk bruin verkleuren en iets open gaan staan, de zaden zijn dan bruin van kleur. Op dat moment moet je besluiten het gewas af te maaien, het afgemaaide gewas kan dan op het land verder drogen. Als het gewas droog is en de weeromstandigheden het toelaten (bij de oogst van 2021 was dit pas in januari 2022) kan de Teunisbloem gedorsen worden.

maaien

dorsen