Zaaien:
Voordat we in het voorjaar de uien zaaien maken we het zaaibed klaar. De geploegde grond is niet geschikt om te zaaien. Met een eg voorop en een eg achterop de trekker maken we de grond gelijk en de kluiten kapot (=zaaibedbereiding).

Groeiseizoen:
Tussen zaaien en rooien houden we het gewas vrij van ziekten en onkruid (=concurrentie voor voeding en licht). Aan het eind van de zomer gaan de uien ‘strijken’, het loof gaat liggen.

Rooien:
In de herfst (september) worden de uien gerooid. Aan de trekker waar mee gerooid wordt, hangt voorop een loofklapper die het loof (=blad) er af slaat. Achterop hangt de rooier die de uien uit de grond haalt en op rijen in het land legt zodat ze kunnen drogen.

Opladen en inschuren:
Afhankelijk van het weer dat wordt opgegeven laten we de uien een aantal dagen drogen voordat ze worden opgeladen en naar de schuur worden gereden waar ze dan, met ventilatie en kachels, verder kunnen drogen. Het opladen doen we met een omgebouwde aardappelrooier; het invoer gedeelte (= diabolorol, loofintrekrol, rooischijf, rooischaar) wordt vervangen door een voorzetstuk die de uien in de machine geleidt (= uienbek). Naast de trekker met rooier rijdt een trekker met kipwagen die de uien opvangt. Als de kipwagen vol is komt de volgende wagen ‘onder’ de rooier en rijdt de volle wagen naar de schuur. De uien gaan dan via de stortbak en verschillende transportbanden naar hun plek in de schuur. Aan de band halen we nog grond, loof en eventueel niet goede uien er uit voor ze in de schuur komen.

Uien voor de huisverkoop sorteren we, lelijke en kluiten gaan er uit. De uien zijn in zakken van 2,5kg, 5kg en 10kg te koop in onze winkel. De bulk verkopen we meestal in een keer en die gaan in vrachtwagens weg. Ze gaan op dezelfde manier de schuur uit als ze er in zijn gegaan dus via stortbak en transportbanden in de vrachtwagens. De uien gaan dan in de export of liggen in supermarkten en bij groenteboeren.